'Alle kinderen met of zonder beperkingen gaan naar dezelfde school'

Gepubliceerd op 10 juni 2019 om 14:09

Tegenwoordig zie je het veel gebeuren: kinderen met of zonder beperkingen gaan naar dezelfde school. Kinderen worden niet meer zo snel naar speciaal onderwijs gestuurd. Alle kinderen, met of zonder beperkingen, komen bij elkaar in de klas. Dit wordt ook wel het 'passend onderwijs' genoemd. 

Mijn tweede stelling heb ik gehaald uit het boek: 'Meer dan onderwijs', geschreven door Eddy Alkema, Joanneke Kuijpers, Chris Lindhout en Willem Tjerkstra. De stelling die ik ga bespreken luidt als volgt:

(Visser, 2015).

'Alle kinderen met of zonder beperkingen gaan naar dezelfde school'. 

(Alkema, Kuijpers, Lindhout, & W., 2015)

 

Voordat ik vertel wat de voor- en nadelen zijn van deze stelling, wil ik eerst wat informatie geven over passend onderwijs.

Sinds 1 augustus 2014 is er een wet ingevoerd op alle scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Deze wet wordt de Wet passend onderwijs genoemd. Bij passend onderwijs wordt onderwijs georganiseerd voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Door het passende onderwijs kunnen meer kinderen in het reguliere onderwijs blijven (DUO, 2017).

DUO heeft op 29 september 2017 een rapportage naar buiten gebracht over passend onderwijs. In deze rapportage hebben zij onderzocht wat docenten nou vinden van passend onderwijs. Hieruit is naar voren gekomen wat docenten goed vinden aan het passende onderwijs en docenten minder goed vinden aan passend onderwijs. Ik heb een paar van deze voor- en nadelen uitgekozen om verder uit te werken. De voor- en nadelen zal ik hieronder bespreken.

 

Het eerste argument vóór deze stelling is dat de scholen met passend onderwijs een goede afspiegeling zijn van de maatschappij. Als kinderen met of zonder beperkingen naar dezelfde school gaan, leren de kinderen omgaan met kinderen die meer zorg nodig hebben. In de samenleving zijn veel verschillende mensen. De ene persoon heeft meer zorg nodig dan de andere persoon. Kinderen die op een school zitten waar alleen maar kinderen zitten zonder beperkingen, zullen niet gewend zijn aan het feit dat er ook mensen zijn die meer zorg nodig hebben dan de anderen. In het boek ‘Onderwijs aan het jonge kind… een vak apart’, wordt vermeld dat een van de speerpunten van passend onderwijs de noodzaak tot maatschappelijke integratie is. Er wordt het volgende over gezegd:

(Boer, 2014).

‘Mensen zijn per definitie ongelijk. Die ongelijkheid geeft kansen (van elkaar leren, met elkaar omgaan) en verplichtingen’.

                (Bosch & Boomsma, Onderwijs aan het jonge kind... een vak apart., 2013, p. 382)

 

Dit citaat laat precies zien wat de kinderen leren van passend onderwijs. De kinderen leren dat mensen ongelijk zijn en dat dit kansen biedt: je leert van elkaar en je leert om te gaan met elkaar, maar dat dit ook verplichtingen met zich mee brengt, namelijk: de extra zorg en ondersteuning. De kinderen zullen bij passend onderwijs voorbereid zijn op wat ze te wachten staat in de samenleving.

Een tweede argument voor deze stelling is dat elk kind gelijke kansen krijgt in het regulieren basisonderwijs. Kinderen zullen zich snel anders voelen op het moment dat zij te horen krijgen dat zij naar speciaal onderwijs moeten. Dit zorgt ervoor dat ze minder zelfvertrouwen krijgen. Op het moment dat de kinderen op een reguliere school kunnen blijven, zullen zij zich niet anders voelen en zal dit hun zelfvertrouwen ook niet beschadigen. Ik vind dat elk kind dezelfde kansen moet krijgen en dat er niet veel onderscheid gemaakt mag worden tussen de kinderen. Elk kind verdient het om zich fijn te voelen op school en om gelijke kansen te krijgen.

Tot slot waren er ook nog argumenten voor deze stelling, zoals dat er meer individuele aandacht is voor de behoeftes van elk kind en dat de kinderen minder ver hoefden te reizen om naar school te gaan (DUO, 2017).

Ook zijn er een aantal argumenten tegen passend onderwijs. Het eerste argument tegen deze stelling is dat leerkrachten onvoldoende zijn opgeleid om elke leerling gepast te begeleiden. Leraren zijn opgeleid om kinderen zonder speciale behoeftes. Docenten in speciaal onderwijs hebben een speciale opleiding gedaan waarin zij zich specialiseren in de behoeftes van deze kinderen en hoe zij op deze behoeftes kunnen inspelen. Ik merk dat wij nu op de pabo niet veel informatie krijgen over kinderen met speciale behoeftes. Ik vind dat de kinderen op dit moment beter naar speciaal onderwijs kunnen gaan, omdat zij daar de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Kinderen met beperkingen krijgen in het reguliere onderwijs niet de professionele hulp die zij daadwerkelijk nodig hebben.

(Trouw, 2012).

Het tweede argument tegen deze stelling is dat kinderen die geen extra zorg nodig hebben te weinig aandacht krijgen. Doordat de leerkracht veel extra ondersteuning moet geven aan de kinderen met een beperking, heeft de docent nog weinig tijd over voor de kinderen zonder een beperking. Deze kinderen zouden hierdoor te weinig aandacht krijgen. In de rapportage komt ook naar voren dat leraren hebben aangegeven dat passend onderwijs niet mogelijk is door tijdgebrek om ieder kind de aandacht te geven die het verdient. Een andere factor die hierbij ook nog een komt kijken zijn de overvolle klassen die je op dit moment heel veel hebt. Ik vind dat kinderen allemaal evenveel aandacht verdienen in het onderwijs en dat de ontwikkelingen van een kind door passend onderwijs niet beïnvloed mogen worden.

Tot slot waren er ook nog argumenten tegen deze stelling, zoals dat leraren door het passend onderwijs nog meer werkdruk ervaren, dat er niet genoeg extra handen zijn in de klas en dat er te weinig financiering is om leerlingen goed te kunnen ondersteunen (DUO, 2017).

 

Ik ben vóór het idee van passend onderwijs, maar ik ben tegen de manier waarop het uitgevoerd wordt. Ik vind dat alle kinderen gelijke kansen horen te krijgen en dat alle kinderen erbij horen. Ook ondersteun ik het idee dat passend onderwijs een spiegel is van de samenleving. Ik denk dat kinderen hier heel veel van zullen leren. Echter kan ik niet zeggen dat ik op dit moment vind dat kinderen met speciale behoeftes echt tot hun recht kunnen komen in het reguliere onderwijs. Ik denk dat er meerdere nadelen zijn voor verschillende partijen, puur omdat de middelen er niet voor zijn. Zo krijgen kinderen zonder beperkingen te weinig aandacht en zal hun ontwikkeling daardoor minder worden. En krijgen de kinderen met beperkingen niet de hulp die zij nodig hebben van een leerkracht in regulier onderwijs, omdat hij/zij hier niet voor is opgeleid. Ik ben daarom tegen deze stelling.

Hoe denk jij over deze stelling?

'Alle kinderen met of zonder beperking gaan naar dezelfde school'

Maak jouw eigen website met JouwWeb