'Alle scholen moeten heterogene klassen hebben'

Gepubliceerd op 10 juni 2019 om 15:35

Op Montessori, Jenaplan en Dalton scholen vind je het al: de heterogene klassen, ook wel: de combinatiegroepen. Heterogene klassen hebben voor mijn gevoel vele voordelen, daarom luidt mijn stelling als volgt:

 

‘Alle scholen moeten heterogene klassen hebben’.

 

(Digischool, 2018)

Voordat ik begin te vertellen waarom alle scholen heterogene klassen moeten hebben, wil ik eerst toelichten wat heterogene klassen zijn. Heterogene klassen zijn klassen waarbij twee of drie leeftijdsgroepen bij elkaar in de klas zitten. De kinderen krijgen les in kleine stamgroepen, maar krijgen ook klassikale lessen. Bij bepaalde onderwijsconcepten vind je deze combinatiegroepen, een voorbeeld hiervan is in het Montessori onderwijs. In het Montessori onderwijs heb je drie verschillende combinatiegroepen. Je hebt de onderbouw (groep 1 en 2), de middenbouw (groep 3, 4 en 5) en de bovenbouw (groep 6, 7 en 8). Het kan ook zijn dat je combinatiegroepen vind op scholen waar weinig kinderen op school zitten. Daar zijn scholen soms noodgedwongen om groepen samen te voegen tot een combinatieklas. Op de meeste basisscholen vind je homogene klassen, dit zijn klassen waar één leeftijdsgroep bij elkaar zit.

 

Een combinatieklas, of heterogene klas, heeft vele voordelen. Het eerste voordeel wat ik wil bespreken en wat voor mij ook het belangrijkst is, is dat het kinderen klaarstoomt voor de samenleving. Je kunt een combinatiegroep eigenlijk zien als een socialisatieproces. De kinderen leren zich goed te functioneren in een groep. In de samenleving moeten de kinderen kunnen samenwerken, zelfstandig kunnen zijn, accepteren dat anderen het soms beter weten, maar ook om kunnen gaan met verschillende rangordes die er zijn. (Noordwijk, Z.D.)

In een combinatiegroep heb je te maken met een aantal factoren. Doordat je drie verschillende leeftijdsgroepen in de klas hebt, heb je niet altijd aandacht voor iedereen. Als de leerkracht een les aan het geven aan groep 6, dan moeten groep 7 en 8 zelfstandig aan de slag. Dit bevordert de zelfstandigheid van kinderen. Daarentegen betekent dit ook dat de kinderen moeten samenwerken. De kinderen zijn op dit moment van elkaar afhankelijk. Als de kinderen uit groep 7 iets niet snappen, dan kunnen zij hulp vragen aan de kinderen uit groep 8. De kinderen uit groep 8 kunnen zo de stof voor zichzelf herhalen en leren anderen te helpen. De kinderen uit groep 7 leren hulp te vragen aan anderen en moeten hierbij accepteren dat anderen het soms beter weten. Kinderen ontwikkelen in een combinatie klas allerlei sociale vaardigheden. (Ouders&onderwijs, Z.D.) 

   

Daarnaast leren kinderen ook te accepteren dat er in de samenleving soms bepaalde rangordes zijn. Zo ervaren de kinderen hoe het is om het jongste, middelste en oudste kind in de groep te zijn. De kinderen leren dat iedereen van elkaar verschilt en leren de verschillen ook te accepteren van elkaar. Maria Montessori, de oprichter van het Montessori onderwijs, heeft ook gebruik gemaakt van de combinatiegroepen in haar onderwijsconcept. In het boek ‘Onderwijs aan het jonge kind… een vak apart’, staat het volgende: ‘De reden voor de verticale groepsstructuur, was dat Montessori het onnatuurlijk vond om homogene groepen in de school te hebben, terwijl de samenleving heterogeen is’. Ik ben het hier mee eens. Ik vind het gek dat kinderen bij leeftijdsgenoten in de klas zitten waar weinig verschillen zitten in niveau, terwijl zij later in een samenleving zullen leven waar er heel veel verschillen zijn in niveau. Ik vind dat de kinderen nu al moeten wennen aan deze verschillen. (Bosch & Boomsma, Onderwijs aan het jonge kind... een vak apart, 2013, pp. 415-416)

In het midden zie je Maria Montessori met een heterogene klas.

(PRMA, Z.D.)

Een tweede voordeel van heterogene klassen is dat kinderen de uitdaging of herhaling kunnen krijgen die zij nodig hebben. Dit komt omdat zij sneller aan kunnen sluiten bij een andere groep. Als voorbeeld neem ik hier een middenbouw groep voor. Een sterke leerling uit groep 3 die al lang al kan lezen, kan bijvoorbeeld aansluiten bij de les van groep 4. Het kind krijgt zo de uitdaging die hij of zij nodig heeft zonder dat het al te veel moeite kost. Het enigste wat het kind moet doen is zich aansluiten bij de les van groep 4. Dit voordeel werkt ook andersom. Zo kan bijvoorbeeld een zwakke leerling uit groep 5 die veel herhaling nodig heeft, zich nog aansluiten bij een les van groep 4. Bij heterogene groepen kan je dus sneller aansluiten op de verschillende niveaus van de kinderen. (Wouda, 2017)

 

Een argument tegen deze stelling is dat het veel organisatorische inspanning vraagt van de leerkracht. Dit blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie. Op pagina 62 van het rapport staat:

'Lesgeven in combinatiegroepen doet een bovengemiddeld beroep op de didactische vaardigheden van de leraren, vooral als het gaat om de organisatie en afstemming van het onderwijs. De kwaliteit van zowel de uitleg als de taakgerichte werksfeer als de betrokkenheid van de leerlingen in combinatiegroepen is significant minder vaak voldoende dan in homogene groepen. Bovendien worden de afstemming van de instructie en de verwerkingsstof vaker als onvoldoende beoordeeld. Leraren van combinatiegroepen moeten in dezelfde hoeveelheid onderwijstijd hun onderwijs afstemmen op grotere verschillen tussen leerlingen dan leraren in een homogene groep. Blijkbaar weet een deel van de leraren de lessen nog niet zodanig te organiseren dat, binnen de beschikbare onderwijstijd, de afstemming van de instructie en verwerking de te verwachten kwaliteit heeft.' (Onderwijsinspectie, 2018)

 

Ik ben er van overtuigd dat een heterogene klas er inderdaad voor zorgt dat het veel organisatorische inspanning vraagt van de leerkracht, maar ik denk dat dit geen al te groot probleem is als je een goede aanpak hebt in de klas en aan het begin van het jaar de werkwijze duidelijk maakt aan de groep. Uiteindelijk wegen de voordelen voor mij zwaarder mee, dan dat dit ‘nadeel’ mee weegt. Ik denk dat kinderen veel meer leren in een heterogene groep dan in een homogene groep. Hiermee bedoel ik dat kinderen ook vele sociale vaardigheden ontwikkelen in een heterogene groep, dit zouden zij minder hebben in een homogene groep. Dit is voor mij zo’n groot voordeel dat ik er als leerkracht het beste uit de heterogene klassen zou willen halen. Ik zou er veel moeite in stoppen om de leerlingen deze leerzame ervaring te geven. Ik vind dat je als leerkracht soms opofferingen moet maken om het beste aan de leerlingen te geven. Dat zou immers de instelling van een leerkracht moeten zijn: het beste bieden, voor de leerlingen.

 

Op dit moment ben ik voor deze stelling. Ik ben het eens met de stelling, op basis van wat ik over heterogene en homogene groepen gelezen heb.  Ik vind dat alle scholen heterogene klassen moet hebben. Echter ben ik er wel van overtuigd dat je dan als leerkracht veel moeite in het onderwijs moet stoppen om er het beste van te maken.                                                                                  

Doordat ik nog geen stage heb gelopen op een school waar gebruik wordt gemaakt van heterogene klassen, kan ik nog niet met de volle honderd procent zeggen dat ik deze stelling ondersteun. Ik heb dit semester wel stage gelopen op een Montessori school, maar hier liep ik stage bij de kleuters. Doordat de kleuterklas op alle scholen homogeen is, heb ik nog niet het verschil gezien tussen heterogene midden- of bovenbouw klassen en homogene klassen. Ik denk dat ik zeker weet of ik deze stelling ondersteun, op het moment dat ik daadwerkelijk praktijkervaring heb opgedaan.

Hoe denk jij over deze stelling?

'Alle scholen moeten heterogene klassen hebben'

Maak jouw eigen website met JouwWeb